Miljoenen e-mailadressen worden door cybercriminelen gebruikt voor het verzenden van phishingmails. Dat zijn e-mails waarin de afzender zich voordoet als iets of iemand anders, zoals een bank of een medewerker van een webwinkel. Soms zijn de mails nauwelijks van echt te onderscheiden.
Met de phishingberichten worden mensen verleid tot het invoeren van persoonlijke gegevens, die dan in handen komen van criminelen. Zij kunnen die gegevens vervolgens gebruiken om mensen op te lichten en geld afhandig te maken.
De politie vond de lijsten nadat de verdachten van bankhelpdeskfraude waren opgepakt. Bij bankhelpdeskfraude doen criminelen zich voor als medewerker van de bank waarbij het slachtoffer een rekening heeft. De oplichter probeert dan het vertrouwen te winnen om ervoor te zorgen dat het slachtoffer geld overmaakt.
Zelf checken of je slachtoffer bent
De lijsten met e-mailadressen zijn na de aanhoudingen niet ineens verdwenen. Dit soort lijsten worden volgens de politie doorverkocht aan andere cybercriminelen en misbruikt om mensen op te lichten.
Mensen kunnen zelf achterhalen of hun e-mailadres op de lijst staat. Dat kan via een webpagina van de politie. Als iemand een mailadres achterlaat dat op de lijst voorkomt, stuurt de politie een mail met tips en informatie. Mensen die geen mail krijgen, waren geen slachtoffer van het netwerk.